Smoothie
Zorgvuldig zoek ik woorden uit Zachtjes voel ik of ze rijp genoeg zijn ik haal ze uit hun stugge schil meng en sabbel tot ik precies proef wat ik zeggen wil
Vaart
in volle vaart rennen we langs jouw uitgestrekte armen tot je ons de weg verspert adem hijgt onstuimig in onze keel uitgeput kruipen we dicht bij je en tellen eindeloos de rimpels op je glanzende vel je kijkt naar ons, sluipt dichterbij je raakt ons aan en likt het vuil tussen onze tenen de woordeloze stilte die je spreekt verdiep je met een zacht geruis wij luisteren, zuigen ons vol in jouw omhelzing liggen wij samen voor het eerst.
Brussel
het licht, net wakker, baant zich moeizaam een weg door dikke walmen glas rinkelt en snijdt de stilte razendsnel vult haar mondholte zich met de smaak van angst ze kijkt op en ziet de gespierde armen het gebroken lichaam als een kruisgewelf eroverheen tussen haar handen leest ze de schreeuw die de wanhoop schreef in het gutsende bloed tranen sijpelen in haar sjaal en tekenen een spoor van verdriet op haar ijskoude wangen ze wil niet meer waken, maar slapen, dromen, van de reis die ze nooit zal maken.