En dan was daar de schoonste Lente sinds jaren, een voorjaar waarin de zon gelijk zot blijft schijnen. Het voorjaar waarin ik me tijdens die prachtige lentedagen in mijn donkere kamer verschanste. Ondertussen kan ik gelukkig weer buiten komen, met een grote zonnebril op mijn neus.
Lief, rots in de branding, maakte voor me een bank met wat rommel, die we hier en daar nog vonden. Een bank voor in het schaduwhoekje.
Ik zet me nog een beetje, ik heb nog wat loshangende draden om in te stoppen.