Radijsjesalade

De radijzen zijn klaar! 't Is te zeggen in de serre van mijn ouders toch, onze jonkies priemen net  boven de grond en draaien hun eerste blaadjes naar het zonlicht toe. Voor knolletjes uit eigen hof is het nog veel te vroeg. Meestal zijn die rode snoepjes op, voor mijn eten klaar is. Uit de tuin, even afspoelen, in een kommetje, 5 minuten later zijn ze gegarandeerd verdwenen. Nochthans zijn er maar 3 radijzenliefhebbers in huis. De twee anderen hebben het niet zo voor de scherpe radijzensmaak. Omdat ik op een warme lentedag zin had in een frisse radijzensalade, moest ik me  dus haasten om die vlugge vingers voor te zijn.

Dit heb je nodig
Flink wat radijzen (een bussel of 3)
1 appel
5 pijpajuintes
2 stronkjes witlof
peterselie
bieslook
1 eetlepel honing
3 eetlepels olijfolie
peper
zout
sap van een citroen

Zo maak je het

Doe het loof van de radijzen, was ze en snij in dunne schijfjes, doe ze in een saladekom. Was de pijpajuintjes en snipper ze over de radijzen. Schil daarna de appel, snij hem in vier delen, haal de zaadjes eruit en snij de appel in blokjes, voeg bij de salade.  Snij het witlof in de helft, was het, haal de harde kern eruit en snij in kleine stukjes. Doe dit bij in de kom en hussel alles al eens goed door elkaar. Snipper de peterselie en de bieslook Doe alles samen in een schotel en meng de salade.

Nu is het tijd om de dressing te maken: doe 3 eetlepels olijfolie, een eetlepel honing, peper, zout en het citroensap in een kommetje en meng goed. Giet de dressing over de salade en meng alles nog eens door elkaar.

Wij aten de salade als lunch, maar je kan hem ook  meenemen als picknick of je barbecue laten opvrolijken. Voor de radijzenhaters mengde ik nog een groene salade met de eerste slablaadjes uit "den hof". Iedereen content!