"Schnelle" Apfelschnitten

Tjokvol hing onze appelboom dit jaar. De oogst is nog nooit zo rijkelijk geweest. Of de ijverige bijen van de buurman-imker daar voor iets tussenzitten? Vermoedelijk wel. Om te vermijden dat de gerechten met appelmoes ons de oren uitkomen, staan er hier appelschijfjes in de pan op het menu,  confituur of chutney van appels en dessertjes: appelcrumble, appelstrudel of deze snelle versie van de Duitse "Apfelschnitten". 

Dit heb je nodig:

1 kilogram appelschijfjes , (schillen, in 4 snijden, klokhuis eruit en in schijfjes snijden)
2 pakken opgerolde bladerdeeg
2 pakken lange vingers (2 x 175gr)
2 eetlepels suiker
1 pakje vanillesuiker
1 flinke koffielepel kaneel
80 gram rozijnen, vooraf geweld in water of in rum
700 gram Griekse Yoghurt
1 ei
amandelschilfers
poedersuiker

Zo maak je het:

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Meng de appelschijfjes met de suiker, de vanillesuiker, kaneel en de gewelde rozijnen. Roer goed onder elkaar. Rol het bladerdeeg goed uit en bedek er je bakplaat mee. Ik gebruik meestal een groot bakblik van ongeveer 40 op 30 en ik leg onderaan bakpapier, daarop het bladerdeeg. Prik daarna met een vork gaatjes in het bladerdeeg. Beleg het bladerdeeg met de lange vingers, leg ze allemaal naast elkaar tot de bodem vol ligt. Verdeel daarop gelijkmatig de mengeling van de appels, suiker, kaneel en rozijnen. Smeer daarbovenop een flinke laag Griekse Yoghurt. Rol het tweede pak bladerdeeg goed uit en bedek daarmee je taart. Prik met een vork gaatjes in de bovenste laag bladerdeeg. Klop met een vork het ei los en bestrijk het bladerdeeg met het ei. Strooi daar bovenop de amandelschilfers.

Schuif je bakblik in de voorverwarmde oven en bak een 45-tal minuten op 180 graden. Neem uit de oven. Snij er vierkantjes van en bestrooi met poedersuiker.

Deze "Apfelschnitten" zijn lekker als ze nog warm zijn, met een bolletje ijs of met slagroom, maar ook koud smaken ze heerlijk!  Ook bij haar is het appeltaartweer.